Hypnotiseren en trance

Hypnotiseren is het bewust oproepen van een trance. Trance komt bij iedereen dagelijks voor. Meestal is men er zich niet van bewust. Het kan zijn, dat wanneer iemand autorijdt, hij ineens denkt: “Hé, ben ik al hier?” Het is dan net of hij er even niet was, toch maakte hij geen ongelukken. Op zo’n moment van afwezigheid was hij een tijdje in trance. Andere mensen kennen dit weer, wanneer ze geconcentreerd iets doen. Wanneer ze dan geroepen worden, wordt dit bewust niet genoteerd. Het is alsof ze degene die hen riep niet hoorden. Op zo’n moment waren ze spontaan in trance.

Trance en hypnotherapie

Trance is een bijzondere ‘staat van zijn’, waarin veel bijzondere dingen kunnen gebeuren. Zo kunnen mensen die in trance zijn, zich gemakkelijker ontspannen, zich makkelijker dingen herinneren of zijn ze gevoeliger voor goede ideeën. Ook is het mogelijk, dat men dan geen of minder pijn voelt of invloed uit kunt oefenen op het gedrag of gevoel. Zelfs invloed uitoefenen op het functioneren van het lichaam bestaat tot de mogelijkheden. Wanneer zijn cliënt in trance is, kun hij gemakkelijker zijn onderbewuste en onbewuste bereiken. Dit zijn veelal de gebieden die ons aansturen.

In deze trance kunnen bijzondere dingen spontaan gebeuren. Naast het niet meer herinneren wat er net gebeurde of niet horen als iemand hem roept, kan er nog meer gebeuren. Mensen zijn ontvankelijker voor goede ideeën, kunnen soms gevoelens van pijn uitsluiten of ze kunnen zich dingen makkelijker herinneren. Deze bijzondere dingen noemen we trancefenomenen.

Deze trancefenomenen kunnen heel goed gebruikt worden om mensen te helpen. Voor een therapeut is het dus ideaal wanneer hij bij zijn cliënt een trancestaat op zou kunnen roepen, om effectiever te kunnen werken. Dat is wat we hypnotiseren noemen. Een opgeroepen trance noemen we hypnose.

Hypnotiseren

Eigenlijk is er maar één manier waarop mensen gehypnotiseerd kunnen worden. De kern van het verhaal is dat de hypnotherapeut zich eerst zo goed mogelijk op zijn cliënt afstemt. Wanneer hij dat goed doet, zal deze persoon onbewust een gevoel krijgen dat hij begrepen wordt. Wanneer iemand zich begrepen voelt, is hij sneller bereid jou te volgen. Dit is dan ook het moment waarop de hypnotherapeut langzamerhand overgaat van afstemmen naar leiden. Hij zal zijn cliënt op zo’n moment ook steeds minder vertellen wat hij waarneemt dat er gebeurt. Langzaamaan gaat hij zijn cliënt vertellen wat er daarom ook kan gaan gebeuren. Wanneer zijn cliënt hem dan volgt, is het begin van een hypnose ontstaan.

Wanneer je cliënt eenmaal in hypnose is, verdiept zijn therapeut de hypnotische trance. Hoe dieper zijn cliënt in trance is, hoe effectiever de hypnose in veel gevallen kan zijn.

Essentie van het hypnotiseren

De essentie van het hypnotiseren is, dat de hypnotherapeut/hypnotiseur iemand meeneemt naar een ander innerlijk gebied. Alle manieren om iemand in hypnose te brengen, noemen we inductie. Wanneer iemand dan klaar is om te worden ‘meegenomen’ volgt de verdieping. voldoen aan de volgende essentie:

Inductie

De essentie van het hypnotiseren is, dat de hypnotherapeut/hypnotiseur iemand meeneemt naar een ander innerlijk gebied. Op dit moment komt de trance waar de hypnotherapeut zijn cliënt heen leidt samen met het rapport; de bereidheid om de therapeut te volgen. Dit samengaan tussen trance en rapport veroorzaakt de hypnose.

Mensen die dit helderziend waarnemen, zoals Bertien van Woelderen, zien dat het astraal lichaam dan wat wegschuift van het fysieke lichaam. Dit kan op allerlei manieren gebeuren:

  • Geconcentreerde aandacht: de hypnotherapeut zorgt ervoor dat zijn cliënt zijn aandacht ergens op richt. Dit kan van alles zijn, van een stip op het plafond, het vertellen van een ‘verhaaltje’ tot een gevoel in het lichaam of een muziekje op de achtergrond. Ook het vertellen van een verhaaltje, een al dan niet geleide visualisatie, behoort tot deze groep.
  • Verwarring: de hypnotherapeut roept door iets onverwachts te doen verwarring op.
  • Fascinatie techniek: Bij deze techniek kijkt de hypnotiseur zijn cliënt strak aan, terwijl hij met zijn ogen de boodschap meestuurt dat zijn cliënt in hypnose zal gaan. Deze methode wordt sinds de Tweede Wereldoorlog weinig meer toegepast.
  • Hypnotische passen: Dit zijn strijkbeweging vlak voor of boven het lichaam. Je beweegt op deze manier, bijna letterlijk, het astraal lichaam een beetje opzij. Deze techniek werd veel succesvol gebruikt in de 19e eeuw.
  • Stapelen van trancefenomenen: Wanneer er een licht trancefenomeen zichtbaar is, kun je daar een minder licht trancefenomeen aan koppelen. Je kunt hier net zolang mee doorgaan, totdat de hypnose is ontstaan.

Verdieping

De hypnose kan nu verdiept worden om daarna aan de therapie te beginnen.

Om de hypnose te verdiepen, stemt de hypnotherapeut zich af op het gebeuren en gaat rustig aan over op het leiden. Op dit moment volgt de cliënt zijn therapeut, gewoon omdat hetgeen gezegd wordt waar is of lijkt te zijn. Zelfs als iets objectief niet helemaal klopt, zal de cliënt hetgeen gesuggereerd wordt als waar ervaren. De bereidheid die nu ontstaat om de hypnotherapeut te volgen, noemen we rapport.

Jos Olgers ©

  • Het hypnotiseren wordt in de eerste 135 pagina’s van het Handboek Hypnotherapie concreet en begrijpelijk uitgelegd.
  • De tekst van deze pagina kun je als pdf downloaden: Klik hier.

Scroll naar boven