Achtergronden

Ik ben Josephus Hendrikus (Jos) Olgers en ben geboren op 10 maart 1954 om 15:35 in het Anna Paviljoen van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam. Ik bracht mijn jeugd door in Amsterdam. Mijn jeugd zou uiteindelijk een belangrijk deel van de achtergrond uitmaken, die mij deed ontwikkelen tot hypnotherapeut, opleider en auteur.

Mijn ouders, mijn achtergrond

Jos Olgers (babyfoto) Dit was ooit de voorpagina van het boek 'Heelheid in Wording'.

Mijn moeder ging, naast het huishouden, dagelijks naar de kerk en hield zich bezig met vrijwilligerswerk in achterstandsbuurten. Ze was een lieve zorgzame vrouw, kon slecht koken en kookte toch dagelijks. Toen ik haar op haar 40e vroeg waarom ze niet maatschappelijk werk wilde studeren, antwoordde ze: “Daar ben ik te oud voor.”

Jos Olgers als keeper in de voetsporen van zijn vader

Mijn vader was smid en lasser, de top in zijn vak. Ik ben er trots op dat hij als een van de weinigen aan stoomketels van enorme zeeschepen mocht lassen. Ik maakte mijn vader in die hoedanigheid nooit mee. In mijn puberogen gaf hij veel op om bij mijn moeder te zijn. Hij veranderde van baan en werd ambtenaar. Hij was ook een veelbelovende keeper, die door de oorlog nooit zou schitteren. Het voetballen maakte plaats voor de wandelsport, de sport van mijn moeder. Wel leerde hij mij in het vondelpark de fijne kneepjes van het keeperen, en keek goedkeurend wanneer ik als kind met ware doodsverachting de bal pakte tussen een kluwen schoppende benen van volwassenen. Of ik dat niet aan mama wilde zeggen. Samen reden we regelmatig de hele stad door op de fiets om naar Ajax te kijken. We zagen de eerste wedstrijden van Johan Cruijff.
Pas na het vroege overlijden van mijn ouders (mijn vader was 59 en mijn moeder 65) begon ik in te zien dat hun verlangen om samen te zijn voortkwam uit een diepgewortelde wederzijdse liefde.

Schooltijd, bepalend voor mijn achtergrond?

Mijn schooltijd was ronduit naar. Ik werd veel gepest, omdat ik anders was dan andere kinderen. Een paar keer per jaar was het matten op het schoolplein. Dan probeerde een van de sterkste jongens van de broederschool met mij te vechten. Ik liet me dan al snel op de grond vallen, om vandaaruit keihard naar hem te trappen. Om ons heen stond dan altijd een kring joelende jongens. Zo’n grondgevecht won ik altijd, en steeg daarmee voor een tijdje weer in de hiërarchie van de klas. Het grootste gevaar was dat mijn moeder dat zag, want vechten hoorde niet.
Op mijn 12e jaar besloot ik missionaris te willen worden, waarna ik een half jaar op een seminarie in Vught doorbracht. Vanwege een enorme heimwee was ik daar alweer snel weg. Ik hoorde pas veel later, dat mijn vader twee avonden in de week overwerkte om dit te kunnen bekostigen.

Bruisend Amsterdam

Jos Olgers, de alternatieve puber met een zelfontworpen vest.

Zonder het bewust in de gaten te hebben, maakte ik deel uit van de (in die tijd) meest geweldige stad van de wereld. Op Montessori MULO school beschilderden de ge-mini-rokte meisjes bloemetjes op hun gezicht om meteen uit school naar een love-in in het Vondelpark te gaan. ’s Ochtends fietste ik langs ‘De Gelaghkamer’, en zag Ramses Shaffy het café uitkomen. Het was de tijd van provo en kabouter. Voor de schoolkrant interviewden we Jan Wolkers en Roel van Duyn. Dichten en schrijven ging mij zo goed af, dat ik hierdoor ineens mensen ontmoette uit een wereld die tot dusverre voor mij onbekend was. Zo ontstond de droom om ooit een boek te schrijven. Eigenlijk droomde ik ervan om mijn eigen gedichtenbundel op mijn literatuurlijst te kunnen zetten. Op de HAVO veranderde mijn kledingstijl in ‘alternatief’ en bezat ik op mijn 17e een gewichtige baard.

In deze tijd haalden ze mijn moeder terug uit de dood. Een snelle bromfiets, die tussen auto’s doorreed, schepte haar toen ze overstak. Dit veranderde mijn leven. Voor puberen was geen ruimte. Zo’n twee jaar stond alles in het teken van het herstel van mijn moeder. Soms stonden mijn ouders ’s nachts om 3 uur voor het raam, wachtend op mij. Ik had de nachtbus gemist…
Ik maakte me boos over de verpaupering van de Nieuwmarktbuurt en gaf Nederlandse les en spreekuur aan buitenlandse werknemers.

Mezelf leren kennen

Jos Olgers studeert op de Sociale Academie

Tijdens mijn studie inrichtingswerk aan de Sociale Academie in Amsterdam leerde ik waanzinnig veel over mezelf. Naast gedegen vakkennis stond daar centraal, dat je als inrichtingswerker jezelf moest kennen en je bewust moest zijn van het hoe en waarom van je handelen. Dit werd een voor mij een achtergrond die voor mij als therapeut heel belangrijk zou gaan worden. Het vormde mij later mede in het trainen van toekomstige therapeuten. Dit zou later de basis blijken te zijn van het boek dat ik schreef over de therapeutische relatie: Profiel van de Therapeut.
Die trainingen in bewustwording spraken mij zo aan, dat ik er stiekem van droomde ooit ook dit mooie werk te mogen doen, en leiding te geven aan een instituut waarin studenten hierin getraind worden. Toch beëindigde ik na 3,5 jaar mijn studie. Tijdens mijn stages bleek dat wereldje in praktijk te hypocriet te zijn. Het leek in niets op wat ik had geleerd. Daar wilde ik geen deel van uitmaken.
Tijdens mijn studie trouwde ik op mijn 19e jaar met de toekomstige moeder van mijn zoon. We zouden 17 jaar samenblijven.

HBO maatschappelijk werk

Toch werd ik groepsleider in een kinderhuis, maar vertrok ook daar toen men misbruik maakte van mijn inzet. Via allerlei baantjes bij uitzendburau’s vond ik uiteindelijk bij de Sociale Dienst Amsterdam werk als bijstands maatschappelijk werker. In die tijd kon je naast het uitvoeren van de bijstandswet ook nog iets voor mensen betekenen. Via mijn werk met politieke vluchtelingen kwam ik vele jaren later terecht in het kantoor in Amsterdam-Zuidoost. Hier maakte ik de de gevolgen van de Bijlmerramp op 4 oktober 1992 van nabij mee, hetgeen een enorme indruk op mij maakte.
Gedurende mijn jaren bij de Sociale Dienst maakte ik via een omweg toch mijn studie af. Ik mocht zelfs jaren overslaan. Via de MBO-SD en de HBO-MW werd ik uiteindelijk toch officieel maatschappelijk werker. Ik dacht dat mijn moeder trots op me zou zijn. Helaas, geen fanfarekorps.

Hypnose komt in mijn leven

In deze periode kwam ik in 1984 op het pad van de hypnotherapie en begon me daar langzamerhand in te bekwamen. Dat kwam omdat op de Sociale Academie onze docent psychologie ooit zei: “Dan is er ook nog zoiets als hypnotherapie. Dat is heel krachtig, maar dat leren we jullie hier niet…” Zoiets moet je mij niet zeggen, want ik was nog niet afgestudeerd of ik verslond het boekje ‘Help uzelf met zelfhypnose’ van Bernardt & Martin. Ik probeerde dit op mezelf uit en kreeg een bijzonder gevoel. Mijn echtgenote was nieuwsgierig, en ik probeerde het op haar uit. Toen ze wat bewegingsloos voor me zat, kon ik niets beters bedenken, dan haar te vertellen dat ze haar ogen zou openen en dan een kurkentrekker op de tafel zou zien liggen. Ze zou dan niets anders kunnen, dan deze naar de keuken te brengen. Ze opende haar ogen, keek naar de kurkentrekken, en zei: “Dat ga ik niet doen.” Ik zei: “Jawel. Je kunt niet anders, je gaat het gewoon doen.” Na een paar minuten naar de kurkentrekker gestaard te hebben, stond ze plotseling op en smeet de kurkentrekker naar de keuken en zei: “Zo ik heb hem er niet naar toe gebracht”, was haar enige reactie. Ik wist genoeg: hypnose werkt!
Later bracht ik haar nog eens in hypnose. Ze moest als student geschiedenis zo’n 200 jaartallen kennen. Deze had ze opgeschreven. Ik bracht haar in hypnose en las ze voor. Na afloop kende ze alle gebeurtenissen die bij deze jaartallen hoorden; op één na. Ze had in haar schriftje een schrijffout gemaakt. Ze slaagde met vlag en wimpel voor de toets. Een jaar later kende zij de jaartallen nog allemaal en maakte ze nog steeds dezelfde fout.

Van therapeut tot docent/trainer

Bij een verhuizing van vrienden kwamen we Dick Wernars tegen. Hij was toen al jaren hypnotherapeut. Hij was degene die me later zou adviseren om een vierdaagse hypnose cursus bij P.J. Hanssen te volgen. Meneer Hanssen was een uiterst aimabele man. Hij was auteur van drie hypnose boeken. Zijn eerste boek Hypnose in de Praktijk is nog steeds een aanrader.
Hij vertelde mij na afloop van de cursus, dat de hypnosevereniging VETH bezig was een opleiding op te zetten. Daar begon ik onmiddellijk aan. Een half jaar later meldde een buurman zijn zusje als eerste cliënte aan. Ze was al twee keer gezakt voor het vwo-examen; examenvrees. Na haar bezoek aan mij zakte ze opnieuw. Deze keer was ze te ontspannen. Ik heb haar daarna, als voorbereiding voor haar herexamen, nog eenmaal behandeld. Deze keer vertelde ik haar, dat ze tijdens het examen heerlijk ontspannen zou zijn, maar dat er toch ook een lekkere spanning zou zijn. Precies zo’n spanning die je nodig hebt om te slagen. Een korte tijd later vertelde ze me dat ze met vlag en wimpel was geslaagd.

Deze foto stond bij het eerste grote krantenartikel over mij (in de Gooi en Eemlander). Vanuit mijn achtergrond, misschien wel de eerste Olgers met een groot artikel.

Het lukte de SETH (de opleiding van de VETH) niet om meteen het jaar erna alles klaar te hebben voor een vervolg. Uiteindelijk zou ik zo’n 6 jaar over mijn opleiding doen. In de tussentijd draaide ik, naast mijn werk bij de Sociale Dienst, met veel plezier part-time een bloeiende praktijk.
Via Dick Wernars werd mij gevraagd of ik les wilde geven bij de hypnotherapie opleiding van het ATMA Instituut. Daar werd ik vrijwel onmiddellijk een van de drie stafleden en bleef daar drie jaar lesgeven, tot kort nadat Bertien van Woelderen in mijn leven kwam.
Mijn examen bij de SETH was in eerste instantie geen succes. Ik zal nooit weten of ik tijdens mijn eindexamen een belabberde sessie liet zien, of dat mijn werk met deelpersonen voor de examencommissie te onbekend was, of omdat ik inmiddels bij de concurrent werkte. In ieder geval slaagde ik een paar maanden later probleemloos voor mijn herexamen.

Verdieping

Hier staat Jos Olgers voor zijn praktijkruimte aan het 'Jos Olgersplein' Vanuit mijn achtergrond.
Vanuit mijn bescheiden achtergrond zou ik nooit een dergelijk bord hebben durven ophangen.

Naast mijn werkzaamheden bezocht ik vele lezingen, workshops en opleidingen; enerzijds omdat ik heel benieuwd was naar mezelf en anderzijds omdat me dat zou steunen in mijn werk als hypnotherapeut. Dat was gemakkelijk, want ik hoefde hiervoor amper te reizen. In die tijd bezocht de hele therapeutische wereld graag Nederland en bij voorkeur Amsterdam . Ik besloot geen psychologie te willen studeren. Daar zou ik vooral dingen leren die ik niet bijster interessant vond. Wat wel interessant was, was therapie en vooral hypnotherapie. In de studie psychologie was daarvoor weinig ruimte, en wat ik daarvan zou kunnen leren was vaak kennis, die werd overgedragen door een leerling van een leerling van een leerling…
En dat terwijl in Nederland allerlei grootheden af en aan liepen. Ik besloot hun kennis en vaardigheden uit de eerste hand van hunzelf te willen leren.

Zo gebeurde het dat ik bijvoorbeeld les kreeg van Hal en Sidra Stone (Voice Dialogue), Ernest Rossi, David Gordon, Brian Alman, Thorwald Dethlefsen, Carl Simonton, Richard Bandler (hypnotherapie en NLP), Morris Netherton, Hans ten Dam en Denys Kelsey (reïncarnatietherapie), Margo Anand Naslednikov (tantra), Leonard Orr (rebirthing), Frank Farrelly (provocatieve therapie). Onderwerpen en data en dergelijke staan in een min of meer volledig curriculum vitae.

Voice Dialogue, tantra en energiewerk

Vaktechnisch leerde ik veel van mensen als Morris Netherton, zoals echt begrijpen hoe een therapeutische brug werkt. Maar gevormd werd ik vooral door het voice dialogue van Hal en Sidra Stone, de tantra van the Queen of Tantra; Margo Anand. Maar ook energiewerk dat later vaste vorm kreeg tijdens cursussen intuïtieve ontwikkeling en aurahealing. Hier was Bertien van Woelderen voor mij heel belangrijk.

Voice Dialogue

Voice dialogue zou op latere leeftijd een belangrijk aspect van mijn achtergrond als therapeut gaan uitmaken. Het bleek een ideale manier te zijn om jezelf te leren kennen en je bewust te worden van je binnenwereld en je drijfveren. Voice dialogue werkt op een elegante manier met deelpersonen, die elkaar soms akelig kunnnen tegenspreken. Door een dialoog met ze aan te gaan, kunnen ze hun oude overtuigingen, angsten en pijn loslaten. Ze kunnen dan op een nieuwe manier vanuit hun heelheid handelen en samen werken met andere deelpersonen. Ook ontstaat er dan vanuit je bewustzijn inzicht in je eigen handelen en kun je jezelf op een gezonde manier aansturen. De filosofie die hier achter zit is uitgebreid en het was altijd, soms met gegrom, een feest om aan mijn schaduwzijden te werken en aan de delen die weer eens falikant de mist ingingen binnen relaties. Zo blijkt maar weer dat, ook op latere leeftijd, je identiteit nog kan transformeren. Voice dialogue maakt voor een belangrijk deel uit van mijn achtergrond.
Mijn gele boek, De Binnenwereld Spreekt, gaat voor een groot deel over voice dialogue en het werken met deelpersonen. Ik hoop dat ik daarin geslaagd ben de essentie hiervan over te dragen.

Tantra

Tantra raakte als achtergrond zo geworteld, dat ik mij vrijer durfde te gaan voelen in mijn zijn.

Ooit vertelde een Zwitserse vrouw tijdens een internationale voice dialogue training mij, dat ze vond dat ik in cirkels bleef draaien: “Je kunt wel een deel aan het woord laten dat verlangt naar seksualiteit in relatie tot intimiteit, maar wanneer je daar niets mee doet, zal dat deel heel eenzaam worden.” Ze adviseerde me om naar, voor die tijd, iets nieuws te gaan; tantra. Degene die dit in Europa en Amerika introduceerde was Margo Anand. Zij gaf hierin trainingen in India in de ashram van Osho (Baghwan), trainingen die mensen op advies van Osho volgden.
Ik had het geluk dat zij vrij snel in Nederland een kennismakingsvierdaagse gaf. Ik was zo enthousiast, dat ik me meteen daarop inschreef voor haar SkyDancing opleiding in 1990/1991. Hier ontdekte ik hoe energie door je lichaam kan stromen, maar ook hoe het soms muurvast kan zitten. Ik leerde de kwaliteit van de sleutels van Wilhelm Reich; adem geluid en beweging. Dit zijn de sleutels om jezelf op lichamelijk gebied te bevrijden van vastzittende emoties. Uiteindelijk leerde ik kundalini-energie door mijn lijf te laten stromen en te bundelen. Het mooist was om samen met een partner onze seksuele energie heen en weer te laten stromen.
Los van het feit dat tantra mij emotioneel bevrijdde, opende het ook mijn kwaliteit in het liefhebben en het in verbinding zijn met de ander. Maar wat ben ik blij dat ik daarnaast ook voice dialogue in mijn beheer heb. Want, hoe vrij je je ook kan voelen, er is altijd wel weer een deelpersoon die daar iets van te zeggen heeft.

Energiewerk

Gedurende al deze bezigheden werd ik telkenmale gegrepen door de energie in en rond ons mensen. De ongeziene wereld werd op de een of andere manier een bekende voor mij, die ertoe doet. Tantra en voice dialogue kun je niet begrijpen zonder iets te snappen en te ervaren van deze energie. Binnen de hypnotherapie ontdekte ik dat veel klachten ontstonden via energie van anderen die ons ooit raakten of zich zelfs in ons ‘vestigden’.
en belangrijk aspect van alle relaties wordt bepaald door energie-uitwisseling, ook de therapeutische relatie. Dit betekende veel voor mij persoonlijk, maar ook voor mijn werk als therapeut.

TranceArt Academie

Bertien gaf een nieuwe wending aan mijn leven. Vaak samen met haar deden we allerlei trainingen om dieper inzicht in onszelf te krijgen. Vaak lagen deze op allerlei sjamanistisch gebieden maar soms waren dat ook familieopstellingen.
In deze tijd kwamen ook mijn dromen uit. Er lagen nog een paar oude dromen te wachten; het schrijven van een boek en het leiding geven aan een instituut waarin allerlei mooie dingen konden gebeuren. Na heel veel jaren met veel plezier, intense betrokkenheid als therapeut te hebben gewerkt, sloot dit aan bij mijn behoefte om mijn kennis en vaardigheden aan anderen over te dragen. Ik had veel gezien hoe het moest, maar ook hoe het zeker niet moest. Dit was het zaad dat zorgde voor de geboorte van TranceArt, dat in 1999 het licht zag. Hier verzorgden wij, samen met een aantal topdocenten, vooral drie belangrijke opleidingen: hypnose-en regressietherapie, intuïtieve ontwikkeling (met aurahealing en -reading) en voice dialogue.
Tijdens de groei van TranceArt genoten we van de intensheid en enthousiasme van onze studenten. Maar er was meer nodig. Daarom schreven Bertien en ik enkele boeken. Ik schreef Heelheid in Wording, dat later Handboek Hypnotherapie ging heten, en Medische Hypnotherapie. Van dit laatste boek verscheen in 2023 een dikke herdruk, die uit drie banden zou gaan bestaan. Bertien schreef een aantal fijne boeken, waarvan twee met veel plezier in onze opleidingen werden gebruikt: De Transparante Mens en De zichtbare en de onzichtbare mens.
Ons niveau (qua studiebelasting en kwaliteit) stond in 2014 gelijk aan een afgerond officiële HBO-opleiding (240 EC’s). In die periode liep ik al twee jaar rond met een probleem aan mijn hart en was Bertien bijna 70 jaar geworden. Een mooie tijd om het stokje over te dragen. Dat is wat we ook deden.
Het doet mij nog steeds verdriet in 2022 te hebben vernomen, dat het onze opvolgers niet is gelukt om TranceArt in leven te houden.

Boeken

Hiervoor stonden mijn eerste boeken. Eenmaal ‘met pensioen’ ging in fanatiek tekeer als auteur. In had ‘de tijd’; tijd die ik vooral in de natuur doorbracht in ons huis in Tsjechië. Hier schreef ik De Binnenwereld Spreekt, Afvallen met Hypnotherapie, Profiel van de Therapeut en de drie banden Medische Hypnotherapie. Band I gaat over hypnose bij pijnklachten, Band II gaat over hypnose bij liichamelijke aandoeningen en in Band III tref je die interventies, technieken en werkwijzen aan die in de andere banden anders vele malen genoemd zouden moeten worden. Je treft daar ook onderwerpen als ‘placebo’, ‘stress’ en ‘psychosomatiek’ aan.
Ik droom er nog van om een boek af te maken. Dat zal waarschijnlijk Klassieke Hypnotherapie gaan heten. Na de Tweede Wereldoorlog veranderde er veel in de wereld, zo ook in de hypnotherapie. Het lijkt alsof allerlei oude technieken vergeten en verloren zijn. Mijn wens is deze terug te vinden.

Familie

Nu ik dit schrijf, is het aanpassen van de website een van de laatste dingen die ik van mezelf moet doen. Misschien schrijf ik dat boek nog, misschien geef ik nog hier en daar een lezing of een workshop, misschien adviseer ik andere opleiding en heel misschien kom je me ooit nog eens tegen als docent of trainer. Uiteindelijk verliest een oude vos wel zijn haren maar lang niet altijd zijn streken.
Ik ben blij dat er nu tijd komt die ik kan gaan gebruiken voor integratie en vooral om me meer te verbinden met mijn lieve kleinkinderen Mees en Teime en mijn zoon. Daar komen nog bij een aantal schatten van kunst(klein)kinderen (de kinderen en kleinkinderen van Bertien), die steeds meer eigen voelen. Ik heb geen idee op welke manier en waar.

Jos Olgers
14 oktober 2024

Scroll naar boven